POMPSHOP POMPPANEL Bovag en Beta reageren over de herziening door de Tweede Kamer van bijtellingsregels auto's van de zaak

  • POMPSHOP OKTOBER 2014.
    POMPSHOP OKTOBER 2014.

De staatssecretaris van Financiën en dat is Eric Wiebes (VVD), heeft al een eerste voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd over een herziening van de bijtellingsregels voor ‘auto’s van de zaak’. Het voorstel laat het beleid zien dat het kabinet over dit onderwerp wil gaan voeren. Het moet fiscaal aantrekkelijk worden gemaakt om in een elektrische of in een hybride auto te gaan rijden. Fiscaal aantrekkelijker dan in een auto met een verbrandingsmotor. Dat heeft gevolgen voor het aanbod aan brandstoffen op de tankstations.


De stelling: pomphouders moeten in hun investeringsplannen nu al rekening houden met een grote verandering van de vraag. 

 

De voorzitters zijn het niet met elkaar eens deze keer


Deze keer legden wij voorzitter Clemens van Hulten van Bovag Tankstations en voorzitter Petra van Stijn van Beta de genoemde stelling voor. Alvast een tipje van de sluier? De twee belangenbehartigers zijn het deze keer niet met elkaar eens. 

 

Bovag

Inmiddels oud-voorzitter Clemens van Hulten van Bovag Tankstations is het eens met deze stelling. “Ja, tankstationhouders dienen hier natuurlijk rekening mee te houden in hun investeringsplannen. Binnen nu en tien jaar is het al aan de orde. Het dan ook belangrijk voor tankstationhouders om te blijven investeren in elektrisch rijden. In de (nabije) toekomst komen er namelijk veel elektrisch aangedreven auto’s de weg op, die denk ik gebruik gaan maken van waterstof als brandstof.” Van Hulten zegt verder dat hij vindt dat de Nederlandse overheid onvoorspelbaar is aangaande de fiscaliteit van auto’s op de langere termijn. “Want de overheid beïnvloedt met haar beleid in hoge mate de aanschaf van auto’s in ons land.”


Beta

Petra van Stijn, voorzitter van Beta, is het niet eens met de stelling en ze heeft hier een kort, maar duidelijk antwoord op. “Pomphouders kunnen namelijk volgens mij helemaal nog geen rekening houden in hun investeringsplannen als het gaat om de toekomstige grote verandering in de vraag naar alternatieve/ andere brandstoffen, omdat het beleid van de overheid hieromtrent te wispelturig is.”