Barkmeijer Stroobos: 'Wij denken altijd in kansen'

  • 'In de driehoek Delfzijl-Harlingen-Kampen bestaat een scheepsbouwinfrastructuur die behoorlijk autonoom is',aldus Hans Veraart, commercieel directeur van Barkmeijer Stroobos. Foto: Dirk Bosman. / Copyright tekst en foto: Dirk Bosman/ DIBEBO
    'In de driehoek Delfzijl-Harlingen-Kampen bestaat een scheepsbouwinfrastructuur die behoorlijk autonoom is',aldus Hans Veraart, commercieel directeur van Barkmeijer Stroobos. Foto: Dirk Bosman. / Copyright tekst en foto: Dirk Bosman/ DIBEBO

Barkmeijer Stroobos BV in het Friese Stroobos heeft eind juli aan UK Dredging de 2300 m3 sleephopperzuiger UKD ORCA opgeleverd. De scheepswerf doet echter veel meer dan het bouwen van alleen sleephopperzuigers.

 

Op de scheepswerf aan het Prinses Margrietkanaal is het deze middag een en al bedrijvigheid. Commercieel directeur Hans Veraart verzorgt een rondleiding. "Momenteel zijn we in opdracht van Rederij Wagenborg bezig met de bouw van een serie van vier ijsversterkte droge ladingschepen met een laadvermogen van 8300 ton. Het eerste schip hebben we geleverd en het tweede schip gaan we begin november opleveren", aldus Veraart.

 

De sleephopperzuiger UKD ORCA werd december vorig jaar in Stroobos te water gelaten en vervolgens is het schip naar Lemmer en Harlingen gebracht voor verdere afbouw, het schilderen en de inbedrijfstelling.

 

GOEDE KLIK

Via een agent in Engeland kreeg Barkmeijer de opdracht om voor UK Dredging, een dochter van Associated British Ports en dat is de eigenaar van een 21-tal havens in het Verenigd Koninkrijk, de sleephopperzuiger te bouwen. Veraart: "UK Dredging wist dat wij al eerder sleephopperzuigers hadden gebouwd. We hadden mede daarom direct een goede klik met de opdrachtgever, die het onderhoudsbaggerschip nu gebruikt voor het baggeren van slip uit havens, rivieren en riviermondingen in en rondom het Verenigd Koninkrijk. In dit land heb je veel te maken met getijverschillen. Aanvullend kan de UKD ORCA ook werkzaamheden uitvoeren in Europese havens."

 

Tijdens de bouw van de sleephopperzuiger werkte Barkmeijer Stroobos BV intensief samen met UK Dredging. "De bouw van een baggerschip is voor iedere scheepswerf een aangelegenheid. Tijdens de bouw komt veel vakmanschap om de hoek kijken. Daarnaast is een baggerschip hightech en bestaat uit één brok techniek van voor tot achter. Bijzonder bij de bouw van een sleephopperzuiger is dat de systemen in het schip, de grote leidingen, vroegtijdig moeten worden ingebracht. Hier moet je als bouwer boven op zitten en dit vergt om aanpassing tijdens de werkzaamheden. Door onze jarenlange ervaring in het bouwen van onder andere droge ladingsschepen, gastankers en onderhoudsbaggerschepen, zijn wij in staat een breed scala aan schepen te bouwen. Gecombineerd met een stabiele bezetting van het management en de juiste werknemers op de juiste plek, blijft de kennis binnen de onderneming. Aan de bouw van dergelijke schepen kleven desondanks meer risico's, maar die weten wij goed te hanteren."

 

TWEE ZUIGBUIZEN

De UKD ORCA beschikt over twee zuigbuizen met een diameter van 700 mm en die onderhoudswerkzaamheden kunnen uitvoeren tot een waterdiepte van 25 meter. Een elektrisch aangedreven baggerpomp in de pompkamer zorgt voor het laden en lossen van de lading en deze kan naar keuze op de bakboord of stuurboord zuigbuis zuigen. Verder is de baggerpomp te gebruiken voor het leegzuigen van de hopper via de leegzuigopeningen in de zes bodemdeurrecessen. Het laden van de hopper gebeurt via de leiding boven de hopper. Het lossen van de hopper kan, naast het leegzuigen met de baggerpomp ook plaatsvinden via de zes bodemdeuren. Een elektrisch aangedreven jet-pomp levert water voor het fluïdiseren van de beun en aan de zuigkop. De hoofdvoortstuwing bestaat uit twee roerpropellers, die beiden worden aangedreven door een frequentie geregelde elektromotor van 1500 kW. In het voorschip is een 500 kW boegschroef geïnstalleerd. Aandrijving vindt ook hier plaats middels een frequentie geregelde elektromotor. De elektrische energie wordt hierbij opgewekt door een drietal Wärtsilä 6L20 generatorsets van elk 1200 kW. Als noodstroomvoorziening is een Cummins generatorset geïnstalleerd van 140 kW. Op het voorschip is een accommodatie te vinden voor twaalf personen met kombuis, messroom, recreatieruimte, wasserij, provisieruimte, wasserij en kleedruimtes. In het stuurhuis zijn naast een navigatielessenaar en twee brugvleugellessenaars aan de achterzijde, de baggerlessenaar voorzien in een verlaagd gedeelte. De positie is zo gekozen dat een optimaal zicht op beide zuigbuizen en de hopper mogelijk is.

 

MEST EN TURF

Barkmeijer Stroobos BV bestaat sinds 1850. Veraart: "Het bedrijf is ontstaan uit de lokale behoefte aan het vervoer van mest en turf door onder andere het Prinses Margrietkanaal. " Vanaf 1970 bouwt de scheepswerf steeds meer zeeschepen. In 1999 leverde Barkmeijer het laatste binnenvaartschip op. Algemeen Directeur van de scheepswerf is Jos de Groot, terwijl Cees Stroobosscher de functie van Financieel Directeur vervult. Hans Veraart (49) is al twintig jaar werkzaam in de scheepsbouw. "In Nijmegen en Utrecht volgde ik een opleiding aan de zeevaartschool. Vervolgens studeerde ik in Rotterdam Rederijkunde. In die combinatie is het erg interessant om in de scheepsbouw actief te zijn."

 

De onderneming heeft volgens de commercieel directeur momenteel niet te klagen over de hoeveelheid werk. "Naast de serie voor Wagenborg, zijn we op dit moment ook bezig in een ontwikkelingstraject van een drietal Pilot Station Vessels (PSV) voor het Nederlands Loodswezen BV. We verwachten op korte termijn hiervoor de opdracht te ontvangen. Van de recessie ondervinden wij gelukkig niet zoveel hinder. Voor de crisis hebben wij een aantal opdrachten aangenomen waar we nu nog druk mee zijn. Toch is het door de slechtere economische tijd het voor ons wel moeilijker om nieuw werk binnen te halen. Om ons bedrijf zoveel mogelijk ongeschonden door de recessie te loodsen besteden wij momenteel minder werk uit. We doen dus meer zelf en zetten verder minder uitzendkrachten in."

 

FRIES ALS VOERTAAL

De Frieze scheepsbouwer werkt veel samen met regionale werven en onderaannemers. "Dat doen wij bewust. De mentaliteit en de betrokkenheid van de mensen uit het noorden past uitstekend bij ons bedrijf. Zo van: doe maar normaal dan doe je al gek genoeg. Een groot deel van onze medewerkers spreekt Fries en dat is bij ons dan ook de voertaal. Onze toeleveranciers komen uit Nederland en de rest van de wereld. In Noord Nederland, in de driehoek Delfzijl-Harlingen-Kampen, bestaat overigens een scheepsbouwinfrastructuur van scheepswerven, onderaannemers en toeleveranciers, die behoorlijk autonoom is", legt de geboren Brabander later tijdens de rondleiding uit. "Bij ons werken er op het moment ongeveer 100 mensen. Daarnaast maken wij gebruik van een flexibele pool van 5 tot 30 uitzendkrachten."

 

DIVERSE OBSTAKELS

Door de locatie in Stroobos heeft Barkmeijer Stroobos BV te maken met diverse obstakels zoals bruggen en sluizen in Friesland in het Prinses Margrietkanaal. "Je kunt het zien als een beperking, maar zo denken wij niet. Wij denken altijd in kansen. De afgelopen jaren heeft aangetoond dat we binnen de beperkingen heel goed in staat zijn om concurrerend te zijn ten opzichte van de rest van de wereld. Als bedrijf zijn wij tot erg veel in staat. Wij kijken niet zozeer naar een specifiek scheepstype, maar meer naar welke markt 'hot' is. Wij zijn in staat schepen te bouwen waar de markt om vraagt."

 

Veraart vervolgt: "Sterke punten van Barkmeijer Stroobos BV zijn verder dat wij op klantspecificatie bouwen met een grote inbreng van de klant zelf. In het bijzonder bij schepen met veel toegevoegde waarde is dit essentieel om tot een optimaal eindproduct te komen. Wel is het zo dat wij van opdrachtgevers de ruimte nodig hebben om mee te kunnen denken. Wij moeten wel ons ei kwijt kunnen. Als het gaat om de vraag naar baggerschepen zien wij overigens een toenemende vraag. Dat komt uitstekend uit, want wij zijn goed in het bouwen van dergelijke schepen."